Elke Belg krijgt vroeg of laat te maken met ongedierte in huis. Enigszins valt het te voorkomen door regelmatig schoon te maken, geen etensresten te laten slingeren en door een goede ventilatie. Toch is het dan nog niet uitgesloten dat je ermee te maken krijgt. Elk beestje moet bovendien op een andere manier worden aangepakt. Hieronder hebben we het over veelvoorkomend ongedierte in huis en hoe je het probleem onder handen neemt.
Muizen en ratten
Dat muizen en ratten op dit lijstje staan, zal wellicht niet verbazen. Deze kleine knaagdieren knabbelen niet alleen aan de hondenkorrels, maar ook aan je kabels en isolatiemateriaal. Daarnaast kunnen ze ook heel wat ziekten overbrengen. Zelf kan en mag je het een en ander doen om muizen te bestrijden. Een muizenval is bijvoorbeeld een goed hulpmiddel. Vroeger kon je bij veel gemeenten ook rattengif krijgen, maar dit giftig goedje staat steeds vaker ter discussie. Niet alleen veroorzaakt het een heel pijnlijke dood, maar bovendien is het ook gevaarlijk voor andere diertjes die aan de kadavers knabbelen en blijft het gif langdurig in het milieu aanwezig.
Mieren
Daarnaast zijn er dan weer die verdoemde mieren. Het zijn kleine beestjes, maar ze zorgen voor grote ergernissen. Het feit dat hun gezin duizenden telgen telt, draagt daar natuurlijk aan bij. Mieren bestrijden kan op verschillende manieren. Eten afschermen is bijvoorbeeld belangrijk, maar daarnaast kan je mieren ook op een verantwoorde manier op een dwaalspoor zetten. Mieren verplaatsen zich op basis van loksporen en je kan ze danig in de war brengen door eens goed schoon te maken of planten neer te zetten. Onder andere goudsbloemen en majoraan zijn heel effectief.
Vinden de mieren hun weg naar binnen en kan je het nest lokaliseren? Zet dan een met aarde gevulde bloempot omgekeerd op het mierennest. Het maakt dan deel uit van het nest en al binnen tien dagen zit het vol tunnels en eitjes. Die kieper je in het kippenhok waar de kippen ervan kunnen smullen. Dit blijf je herhalen tot het nest voldoende gedecimeerd is.
Vliegende insecten
Er zijn ruimschoots voldoende vliegende insecten die je het leven zuur kunnen maken. In de zomer gaat het vooral om fruitvliegjes die houden van rottend of gistend voedsel. Daarnaast is ook de klassieke huisvlieg een ongenode gast. Ook deze wezentjes dragen veel bacteriën met zich mee. Zorgen dat ze niks hebben om van te smullen is een belangrijke stap. Daarnaast kan je ook zelf een val maken met wat lekkers en een fles. Huisvliegen kan je bovendien ook buitenhouden met een vliegenraam.
Papiervisjes
Ten slotte moeten we het ook nog hebben over papiervisjes, kleine kruipende insecten met lange antennes en glanzende schubben. Ze zijn vooral actief in het donker en ze doen het goed in warme en vochtige gebouwen. Daarom vind je ze vaak terug in badkamers, onder de vloerbedekking, in aanrechtkastjes en zelfs in afvoerleidingen. Ze verspreiden zich via naden en kieren. Deze goed dichten is dan ook belangrijk.
Voorts moet je vooral goed ventileren en de luchtvochtigheid lager dan 50% houden. Hun eitjes komen pas uit wanneer de luchtvochtigheid een maand lang op 75% blijft, dus met een lage luchtvochtigheid roei je ze uiteindelijk uit. Tot slot zijn er ook nog speciale lokdozen en lijmvallen die je in een doe-het-zelfzaak kan kopen. Gebruik ze in combinatie met een beetje suikerwater en een stukje brood, daar zijn ze gek van.